Cases

Open data biedt tal van mogelijkheden

Overheidsinstanties die hun data beschikbaar willen stellen voor het grote publiek kunnen daarvoor terecht op het Open Data Portaal. FOD BOSA en de Dienst Administratieve Vereenvoudiging (DAV) sloegen de handen in elkaar om zoveel mogelijk nuttige gegevens van de verschillende overheidsdiensten te verzamelen en online ter beschikking te stellen.

Barrières weghalen in plaats van creëren, dat is het uitgangspunt van open data.
Bart Hanssens
Interoperability Expert bij FOD BOSA

Een portaal voor open data

Het Open Data Portaal kwam tot stand in het kader van de desbetreffende Europese richtlijn, waarmee Europa de bestaande barrières tussen overheidsinstanties wil wegwerken en overheidsinformatie op grote schaal wil laten hergebruiken. Informatie van de verschillende diensten wordt dan verzameld in datasets in een open en machineleesbaar formaat, die verschijnen in overzichtslijsten en op portaalsites. Daarbij is het de bedoeling dat iedereen de gegevens makkelijk kan vinden, zonder dat er nodeloze beperkingen of voorwaarden aan worden opgelegd.

De Europese richtlijn schrijft ook voor dat er minstens één portaal per land is waarop alle open data raadpleegbaar is. In België is dat data.gov.be, het federale portaal. Via dat portaal is het dan weer mogelijk om door te klikken naar de datasets van andere niveaus, bijvoorbeeld van Vlaanderen of van de stad Luik. Op die manier komt alle informatie van de verschillende niveaus samen op één centrale plek, die op haar beurt deel uitmaakt van het grotere Europese dataportaal. Europa wil zo maximaal inzetten op het hergebruiken van bestaande gegevens.

De focus ligt niet op nieuwe zaken ontwikkelen, maar op bestaande zaken hergebruiken.
Bart Hanssens
Interoperability Expert bij FOD BOSA

Kwaliteit boven kwantiteit

Verschillende overheidsinstanties, autonome diensten zoals Infrabel, gewesten en gemeenschappen, steden, de academische wereld en zelfs enkele privéspelers stelden al data ter beschikking voor het grote publiek via het portaal. Volgens de Belgische wetgeving is het zelfs zo dat open data de norm is: enkel als er een goede reden is, mogen gegevens “gesloten” blijven.

Toch is FOD BOSA nog steeds op zoek naar instanties die hun voorbeeld willen volgen, want nog niet iedereen is momenteel al op de kar gesprongen. Naar de toekomst toe is het belangrijk om ook deze instanties te overtuigen van het nut van het Open Data Portaal en hen mee te nemen in het verhaal, om zo nog meer data te verzamelen.

Belangrijk detail: de datasets bevatten nooit persoonlijke gegevens. Het gaat uitsluitend om data die algemene inzichten kunnen opleveren. Denk bijvoorbeeld aan alle geldige adressen in België: door die lijst in een webshop te integreren, kan de gebruiker niet meer per ongeluk een ongeldig adres ingeven.

Screenshot van een foutmelding bij het valideren van een adres in een webformulier. De ingegeven straat wordt niet herkend door het systeem, dus vraagt men een straat te selecteren uit de gegeven suggesties.
Melding bij een niet herkend adres in een webformulier

Daarnaast zijn er op dit moment op het portaal enkele duizenden andere sets beschikbaar. Toch is het niet de kwantiteit die telt, wel de kwaliteit. Elke set bevat naast de gegevens zelf dan ook een gestandaardiseerde beschrijving met metadata.

Laagdrempelige data zonder barrières

De coronacijfers van Sciensano zijn een goed voorbeeld van open data. In het voorjaar van 2020 kregen we voor het eerst dagelijks cijfers voorgeschoteld van het aantal coronabesmettingen, hospitalisaties en overlijdens. De gegevens werden voor het grote publiek beschikbaar gesteld, waardoor iedereen die dat wilde er een wiskundig model op kon loslaten of er een eigen visualisatie van kon maken.

Foto van een computerscherm met de coronacijfers per land wereldwijd, getoond op de website van de John Hopkins University.
De coronacijfers die dagelijks via verschillende platformen gedeeld worden, zijn een goed voorbeeld van het nut van Open Data. Nationaal gebeurt dat via Sciensano, internationaal is de kaart van John Hopkins University een populair instrument.

“Zulke zaken leveren interessante inzichten op. We leren van de gebruikers door te zien hoe zij de informatie verwerken of presenteren, of door te zien welke vragen ze aan ons stellen”, aldus Bart Hanssens van FOD BOSA. “Maar wat er precies allemaal met de data gebeurt, weten we niet. We vragen wel om projecten met open data aan ons te melden, zodat we ze op de website kunnen vermelden, maar dat is vrijblijvend.” In de filosofie achter het project is het dan ook belangrijker om laagdrempelig te zijn dan om het datagebruik nauwkeurig te volgen. “Barrières weghalen in plaats van creëren, dat is het uitgangspunt.”

Wat telt, is wat mensen en bedrijven effectief met de open data doen.
Bart Hanssens
Interoperability Expert bij FOD BOSA

Eerste hulp bij datasets

Overheidsinstanties die hulp nodig hebben, kunnen terecht bij de Open Data Taskforce. Het samenwerkingsverband tussen DAV en FOD BOSA geeft juridisch, administratief, technisch en business-analytisch advies. Bovendien kan je er ook terecht voor ondersteuning bij het creëren van datasets. “De domeinexpertise laten we aan de medewerkers van de instanties zelf over, net als de hosting. Zo heeft Infrabel een eigen portaal en kopiëren we niet al hun datasets naar het onze. Een eenvoudige verwijzing met een link volstaat.”

Heb je interesse om zelf een dataset te openen? Dat kan, maar de kosten ervan hangen af van verschillende factoren. Welk materiaal is er reeds beschikbaar? En in welk formaat? Deze en andere vragen zullen mee de prijs van je dataset bepalen. Een andere kwestie is de volgende: wanneer verschillende instanties data verzamelen en delen, wie is dan de eigenaar van deze gegevens? Toen de FOD Volksgezondheid en Leefmilieu in samenwerking met Febiac en de auto-industrie gegevens over de CO2-uitstoot van voertuigen publiceerden op de energievreters.be-website, moesten alle eigenaars of betrokken partijen akkoord gaan om de data op deze manier te mogen gebruiken.

Persoon bekijkt veelkleurige grafieken en diagrammen op een laptopscherm.
Gegevens verzamelen is een ding, ze openbaar maken en het nodige budget verzamelen is vaak nog een grotere uitdaging.

Het is dus niet alleen een uitdaging om de gegevens daadwerkelijk te verzamelen, maar ook om de nodige budgetten te verzamelen en om de data openbaar te maken. De verdeling van de bevoegdheden in België, bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs, maakt het er niet altijd makkelijker op. Wil je weten welke instellingen en vakken er binnen het Belgische onderwijs bestaan, dan moet je zowel bij de Franse, Vlaamse als Duitstalige Gemeenschap aankloppen.

Open data beschikbaar stellen is niet enkel een technisch verhaal, er komen heel veel aspecten bij kijken.
Bart Hanssens
Interoperability Expert bij FOD BOSA

Samen duiken in open data

“In de toekomst zouden we graag de gebruikers en de aanbieders van de data met elkaar in contact brengen”, vertelt Bart Hanssens. “In zo’n data dive kunnen ze samen dieper in de materie duiken en verder ingaan op specifieke sets: is alles duidelijk en overzichtelijk, wat is het doel van de set, welke gegevens ontbreken er nog?” Zulke brainstormsessies bestaan al langer, bijvoorbeeld in Gent. Daar organiseert de stad al een tiental jaar data dives over thema’s als mobiliteit, sport en toerisme. Geïnteresseerden krijgen dan de kans om aan de slag te gaan met de open data van de stad.

Het is bovendien nuttig om op Europees niveau te kijken wat de high-value datasets zijn, en hoe Europa ze gratis en consistent beschikbaar kan stellen. Het gaat daarbij vooral over internationale economische data en mobiliteitsgegevens. Een beeld van Europa als geheel zegt immers veel meer over een bepaald onderwerp dan wat we uit de situatie in België of Vlaanderen op zich kunnen leren. Daarom is het belangrijk dat Europese landen ook op vlak van data elkaar de hand reiken. Het Europees dataportaal is daar een goed voorbeeld van.

Vijf personen zijn aan het werk aan een tafel, elk met een laptop.
Naar de toekomst toe is het belangrijk om gebruikers en aanbieders van open data samen te brengen in een data dive.

De kosten en baten van openheid

Het nut van Open Data is intussen duidelijk. Maar wat is de concrete opbrengst ervan voor de maatschappij? “Zeker met het huidige begrotingstekort is het belangrijk om te weten wat een bepaalde overheidsinvestering concreet oplevert”, vertelt Bart Hanssens. “Wat zijn de kosten en baten van openheid?” Hoewel verschillende onderzoeksbureaus dat al bestudeerd hebben, blijft het moeilijk om concrete cijfers voor te leggen.

Als een bedrijf een succesvolle toepassing maakt op basis van open data, dan zal het winst maken. Op die winst zal het bedrijf ook belastingen betalen, waardoor een deel van de investering terugvloeit naar de overheid. Over hoeveel economisch voordeel het op nationaal of internationaal vlak gaat, is evenwel net door de openheid en laagdrempeligheid van open data lastig na te gaan.

We weten eigenlijk niet wie open data waarvoor gebruikt, dus dat blijft voorlopig een open vraag.
Bart Hanssens
Interoperability Expert bij FOD BOSA

Maar met open data kan je meer dan enkel een economisch doel bereiken. Er zijn verschillende toepassingen van open data die het praktisch nut, zonder economisch belang, bewijzen.

Zo bestaat er bijvoorbeeld een dataset van alle voornamen in België en de verspreiding ervan over de verschillende gewesten. Die data, raadpleegbaar in de vorm van een online toepassing, kan voor toekomstige ouders zeker van pas komen. Hoewel de dataset niet voor die toepassing was opgevat, wordt ze op die manier toch zinvol gebruikt. “Zo haal je een sociaal nut uit een dataset die economisch gezien weinig waard is. Dat is het mooie aan open data”, aldus Bart Hanssens.

Open data voor iedereen

Zoals bovenstaande dataset zijn er nog talloze voorbeelden. Wat dacht je bijvoorbeeld van een overzicht van dure en goedkope wijken om in te wonen, of een kaart waarop je kan nagaan wat de verschillen en gelijkenissen tussen twee of meer Brusselse gemeenten zijn? Ook de allerjongsten kunnen met open data aan de slag. Statbel Junior is een website die speciaal ontwikkeld is om kinderen kennis te laten maken met statistiek. Spelenderwijs komen ze aan de hand van open data allerlei interessante feitjes te weten over hun woonplaats, verschillende nationaliteiten, bevolkingsaantallen en nog veel meer.

Het mag duidelijk zijn: open data biedt enorm veel mogelijkheden. Net daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk instanties hun data openbaar maken, zodat er nog meer gegevens uitgewisseld kunnen worden. Enkel zo is het mogelijk om het Open Data Portaal verder uit te breiden, te optimaliseren en iedereen die er nood aan of interesse in heeft van alle relevante data te voorzien. Zo sluit het verhaal perfect aan op de principes van het digital playbook: “samen als team” en “bouwen op successen”. Laat dit dan ook een warme oproep zijn om jouw data met de wereld te delen, of om zelf eens met de bestaande datasets te experimenteren. Wie weet wat het je oplevert!

Participant(s)

Bart Hanssens
FOD Beleid en Ondersteuning

Publicatiedatum

Deze pagina delen